Tuesday, August 18, 2009
Help!
Help! – The Beatles
Vanaf de lichtovergoten straat struikel je een instant zonsverduistering binnen. Achter de deur is alles donkerblauw en slecht verlicht. Paspophoofden zonder lichaam, maar overgoten met kaarsvet, zijn vastgenageld aan de muur. De sfeer is grimmig-somber en onberekenbaar. Pal na de ingang staat een dj kromgebogen over een dubbeldeck. Hij draagt een oorverdovende steen bij aan het algemene gevoel van ontregeling met een mix die bonkt als een hart in ventrikelfibrillatie. Mijn lief en ik zijn in de Diesel Fifth Avenue winkel, op zoek naar een spijkerbroek. Diesel Fifth Avenue is heel erg van nu. We verzekeren elkaar dat de tijdelijke nachtblindheid en meteen daarna de struikelpartijen over willekeurig rondgestrooide uitstaltafels uiteindelijk maar kleine offers zijn Voor Een Succesvol Leven. Onze ogen wennen langzaam aan het halfdonker. In een verre hoek van de winkel ontwaren we stapels spijkerbroeken, op hopen bijeengegooid in open kasten zonder labels. Mijn hart zinkt een paar verdiepingen. We gaan hier op eigen houtje echt nooit vinden wat we zoeken. We besluiten om dicht bij elkaar te blijven en te wachten. Onze verlosser kan nu ieder moment opdoemen uit dit vagevuur voor interieuradviseurs.
Wie gaat winkelen op Manhattan, loopt normaalgesproken al snel tegen een assistent aan.
– ‘Hai, ik ben Brianna/LeShawn, ik ben hier voor jouw gemak. Kan ik alvast een paskamer voor je reserveren?’ Zodra je binnenkomt, draaft een meisje of jongen in de breedste lach van het seizoen je tegemoet, klaar om je te helpen. Tenslotte zijn zij de enigen in de winkel die weten wat er in de winkel te koop is, op welke verdieping het te vinden is – en in welke maat je het moet hebben.
Niet alle winkels doen aan assistenten. Sommige winkels hebben alleen normale werknemers, die de rekken en de kassa bijvullen. Het verschil tussen de twee typen winkels is ongenadig groot. Werknemers in een zonder-assistenten-winkel hebben geen idee wat er in hun winkel te koop is; ze konden je niet vertellen op welk rek die jurk uit de etalage hangt als hun leven ervan afhing. Ze zijn vooral goed in het negeren van klanten. Nog vijf uur, dan kan ik weer naar huis! fixeren ze hun blik alvast op de deur in verveelde verwachting.
Maar goed. Het hele assistentending speelt zich voornamelijk af in conventionele winkels. Diesel Fifth Avenue is niet conventioneel. Conventioneel is namelijk niet van nu. Diesel Fifth Avenue is van nu. Heel erg. Hoewel: uit de schemermist om ons heen vangen we flarden op van verre misthoorns (‘Nee ik maakte geen grapje: je moet hem in maat 42 hebben’ en ‘Ik had alvast een paskamer ingeruimd’) die toch echt aangeven dat de Diesel winkel een vloot aan assistenten bergt. Waar blijft onze verlosser in spijkerbroek?
Ineens schieten we, in een salvo aan stroboscopisch licht, polaroids van een androgyn silhouet in skinny jeans, verstild in de verre hoek. Dat moet er een van hier zijn. Van dichtbij bewijzen de zware oogleden, de smalle schouders en de bleke huid dat deze jongen veel, heel veel tijd in de winkel doorbrengt – maar als we dichterbij schuifelen, staart hij de andere kant op. Hij lijkt zich volmaakt onbewust van onze aanwezigheid. Worden we genegeerd?
– ‘Hai!’ zeg ik. ‘Ik had een vraagje…’ We kijken de jongen vol verwachting aan. Hij, op zijn beurt, staart naar iets oneindig interessants, pal achter mijn linkerschouder. ‘Hallo!’ probeer ik opnieuw. ‘We zijn op zoek naar een spijkerbroek, en…’
– ‘Uhhh, ja, dus, ik … uhhh… Jimmy?’ vraagt de jongen, nogal onverwacht; zijn bloeddoorlopen ogen stellen langzaam scherp. ‘Nee, we zijn Jimmy niet. Volgens mij heet die broek…’ zet ik dapper door, maar in een grootse pirouette is de jongen verdwenen, het duister in. Ik grijp mijn lief beet. ‘We zijn hier beter weg!’ fluister ik. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik ben bang dat ik de uitgang van deze doordachte boudoir chic niet eens op de tast kan vinden. Dan lijkt de lucht naast ons te verdichten – en daar staat de jongen weer. Hij oogt zo mogelijk nog verweesder dan voorheen. In zijn dunne vingers knookt een spijkerbroek.
– ‘Jaaah, duss ehhh… dit zou moeten werken… Jimmy…’ mompelt hij uitdrukkingsloos. Hij drukt de broek in onze handen. – ‘Jamaar hoe weet je of het de goeie m…’ begin ik, maar kom niet toe aan de rest. De jongen is weer in het niets opgelost. Dit keer komt hij niet meer terug. Na een tijdje struikelen we per ongeluk een verduisterde paskamer in; de spijkerbroek past perfect. Voor we zijn bijgekomen, vraagt het meisje bij de kassa of we nog door iemand geholpen zijn vandaag. We zouden het echt niet weten. Ze begrijpt ons helemaal. Allejezus, die Diesel Fifth Avenue is van nu.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment